Als polderjongen reed ik mee op de tractor terwijl mijn vader ploegde.
Plots hield de ploeg abrupt stil.
Een harde klap — iets zat in de weg.
Mijn vader mopperde. “Weer zo’n balk.”
Balk, dacht ik? Dan moet hier een boot zijn gezonken.
Hij haalde een ketting uit de kist, haakte die aan de ploeg, en trok het hout uit de grond.
Zwaar, zwart, doordrenkt van oud water.
Hij bekeek het kort, zonder veel woorden.
“Zeg er maar niks over,” zei hij. “Geen archeologen op mijn land.”
We legden de balk naast het veld.
En gingen verder.
Maar in mij was iets achtergebleven.
De gedachte dat onder dit nieuwe land verhalen liggen. Dingen die je niet meteen ziet.
Oude structuren, vergeten lijnen, geschiedenis in zavel verpakt.
Daar is de liefde voor het oude begonnen. En die is gebleven, tot vandaag de dag.
Mijn naam is André Heijboer.
Ik ben getrouwd met Jacomijn en samen hebben we zes kinderen.
Na de havo ben ik de Pabo gaan doen, met als specialisatie: verhalen vertellen.
’s Avonds studeerde ik geschiedenis. Mijn scriptie ging over de uitgifte van boerderijgrond in de polder — een onderwerp waar Eva Vriend later prachtig over schreef.
Vanuit die twee werelden — het land en het verhaal — is dit bedrijf ontstaan.
Een plek waar we het verleden niet uitwissen, maar omarmen.
Waar vakmanschap en eerbied voor wat er was hand in hand gaan met visie voor wat komt.
Waar het nieuwe land nooit losstaat van zijn geschiedenis — en waar elk detail telt.
Waar kunst wordt hergewaardeerd.